-
1 ansprechen
ansprechenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 (positief) reageren, werken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan-, toespreken♦voorbeelden:4 ein Problem, Thema ansprechen • een probleem, een thema aansnijden, behandelen -
2 gefallen
gefallenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben; met 3e naamval〉2 plezier hebben (in), genoegen scheppen (in)♦voorbeelden:1 das lasse ich mir nicht gefallen! • dat laat ik mij niet welgevallen!〈 informeel〉 das lasse ich mir gefallen! • dat mag ik wel!wie gefalle ich dir? • hoe vind je me?1 plezier hebben, zich verlustigen ⇒ genoegen scheppen -
3 mit
mit1〈 bijwoord〉1 mede, mee, ook♦voorbeelden:das ist mit sein Verdienst • dat is ook zijn verdienste————————mit2〈voorzetsel + 3〉♦voorbeelden:mit Feuer und Schwert • te vuur en te zwaardmit dreißig Jahren • op dertigjarige leeftijdmit einem Male • ineens, plotselingjemanden mit Namen nennen • iemand bij zijn naam noemenmit Recht • terechtmit dem heutigen Tag • met ingang van vandaagmit einem Wort • in één woordmit der Zeit • met de tijd, langzamerhand〈informeel; schertsend〉 mit oben ohne • met ontbloot bovenlijf, topless
См. также в других словарях:
Dutch Fashion Awards — The Dutch Fashion Awards is an annual awards ceremony first organised by the Dutch Fashion Foundation in 2007. Contents 1 Jury 2 Nominations 3 Academy of Dutch Fashion Design 4 Editions … Wikipedia